Wat is het EDI-model?
Het Expliciete Directe Instructie (EDI) model is een instructiemodel dat bij kan dragen aan meer duidelijkheid en effectiviteit in de klas. EDI staat voor duidelijke instructies met concrete leerdoelen die de leerkracht aan het begin van elke les benadrukt. Het is dan ook een vorm van zogenoemde ‘leraargestuurde instructie’.
Helder, systematisch en doelgericht
Het model is gebaseerd op het idee dat elke leerling kan leren, zolang de instructie helder, systematisch en doelgericht is. Het EDI-model wordt steeds meer gebruikt in het basisonderwijs in Nederland, maar ook in het voortgezet onderwijs.
DI: Directe Instructie
De laatste jaren is het Expliciete Directe Instructie (EDI) model populair geworden in de onderwijswereld. EDI bouwt voort op het klassieke Directe Instructie (DI) model,. Eigenlijk kun je EDI zien als een variant op het directe instructie model, net zoals de ADI (Activerende Activerende Directe Instructie) en IGDI (Interactieve, Gedifferentieerde Directe Instructie) modellen.
Een belangrijk verschil tussen EDI en DI is dat EDI een ‘kleine’ lesafsluiting heeft voordat leerlingen zelfstandig aan de slag gaan. Zo verklein je de kans dat er fouten inslijpen.
Bij een directe instructie presenteert de leerkracht actief de stof en begeleidt hij of zij de leerlingen. Dit is anders dan bij meer ontdekkende of onderzoeksgerichte leermethoden.
Directe instructie is geschikt voor veel verschillende onderwerpen en leeftijdsgroepen. Door de nadruk op duidelijkheid en consistentie helpt het leerlingen om complexe informatie en vaardigheden op een begrijpelijke manier te verwerken. Dit leidt niet alleen tot betere leerresultaten, maar ook tot meer zelfvertrouwen in hun eigen vaardigheden.
EDI in Gynzy
Al onze instructielessen op het digibord sluiten aan op het Expliciete Directe Instructie (EDI)-model
Meer over instructielessen in Gynzy
De stappen van het EDI-model
Het EDI-model is opgebouwd uit verschillende cruciale stappen die samen een effectief leerproces vormen. Deze stappen zorgen ervoor dat de lesinhoud helder en toegankelijk is voor alle leerlingen.
Hieronder volgt een overzicht:
Lesdoel vaststellen: start elke les met een duidelijk en specifiek doel. Deel dit doel met de leerlingen, zodat ze weten wat er van hen verwacht wordt.
Activatie van voorkennis: haak in op wat leerlingen al weten over het onderwerp. Zo wordt nieuwe informatie gekoppeld aan wat leerlingen al weten.
Nieuwe instructie: breng de nieuwe stof tot leven met duidelijke uitleg en voorbeelden.
Begeleide inoefening: laat leerlingen oefenen met de nieuwe stof terwijl jij als leerkracht beschikbaar bent voor hulp en correctie. Dit versterkt het leerproces en biedt directe feedback.
Zelfstandige inoefening: geef leerlingen de gelegenheid om zelfstandig te werken.
Verlengde instructie: bied voor leerlingen die meer tijd en aandacht nodig hebben extra ondersteuning en begeleiding tijdens een verlengde instructie.
Afsluiting: eindig de les met een herhaling of samenvatting van de belangrijkste punten en controleer of leerlingen het lesdoel beheersen.
Controle van begrip: Gedurende de les controleer je regelmatig het begrip van de leerlingen. Gebruik vragen, korte opdrachten of discussies om hun begrip te toetsen. Dit staat ook bekend als ‘controle-van-begrip’ vragen.
Door deze stappen consequent toe te passen, creëer je als leerkracht een gestructureerde en doeltreffende leeromgeving waarin alle leerlingen de kans krijgen om te groeien en te slagen.
Differentiatie binnen het EDI-model
Met het EDI model kun je ook goed differentiëren. Bij differentiatie pas je de instructie, materialen en de opgaven aan aan de leerbehoeften, niveaus en interesses van de leerlingen. Op die manier kan ieder kind optimaal leren en ontwikkelen. Binnen het EDI-model kun je op verschillende manieren differentiëren.
Groeps- en individuele instructie
Combineer groepsinstructie met individuele aandacht. Dit biedt ruimte om in te spelen op specifieke uitdagingen of talenten van leerlingen.
Gebruik van hulpmiddelen
Met de juiste (digitale) hulpmiddelen kun je je instructie en oefeningen aanpassen aan het niveau van de leerlingen. Tijdens je Expliciete Directe Instructie kun je bijvoorbeeld gebruik maken van wisbordjes en beurtenbakjes. Maar voor je instructie kun je ook denken aan hulpmiddelen op het digibord of fysieke hulpmiddelen zoals een klok, meetlat of dagelijkse voorwerpen zoals een bal of stoel.
Voortdurende feedback
Toets regelmatig de voortgang van de leerlingen. Op basis van deze informatie kun je je instructie verder aanpassen om leerlingen nog beter te ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld met interactieve quizzen of toetsen.
Adaptieve opgaven
Met adaptieve opgaven wordt het niveau van de oefeningen en taken aangepast aan het niveau van een leerling. Zo worden alle leerlingen uitgedaagd op hun eigen niveau.
Extra leerdoelen per leerling of groepje leerlingen
Door doelgerichte leerstof aan te bieden kun je leerlingen die achterlopen of juist voorlopen herhaling bieden of juist extra uitdagen. Op die manier oefenen ze op hun eigen niveau en ga je verveling tegen.
Probeer bijvoorbeeld eens de bundels in Gynzy, hiermee zet je een setje leerdoelen klaar voor een groepje of individuele leerlingen.
Adaptieve opgaven
In Gynzy zijn alle opgaven adaptief. Ook vind je er setjes leerdoelen die je eenvoudig per groepje of individuele leerling kunt klaarzetten. Bijvoorbeeld voor remediëring, huiswerk, weektaken of als extra uitdaging. De voortgang van iedere leerling vind je in een handig overzicht zodat je kunt bijsturen waar nodig.
Meer over de adaptiviteit in Gynzy